Torgny, een dorp om in te wonen

Torgny, een dorp met 220 inwoners, ligt op de zuidoostelijke helling van een vallei die is uitgeslepen door de rivier de Chiers, op de zachte helling van de derde cuesta van Bajocië, een karakteristiek kenmerk van ons landschap. De cuesta is een langgerekte heuvel met asymmetrische hellingen.

De kalkbodem en de ligging van het dorp geven het een droog en warm microklimaat. Beschut door een beboste heuvelrug van loofbomen, op een geringe hoogte van 275 m, warmt deze glooiende helling aan het eind van de winter zeer snel op en behoudt zij tot laat in de herfst haar goede temperatuur.

Deze geologische en klimatologische kenmerken geven het geheel een specifieke architectuur, alsmede een bijzondere fauna en flora.

In tegenstelling tot de traditionele Lotharingse dorpsstraat, is Torgny een bebouwd dorp. In het noorden staan de gebouwen dicht op elkaar. In het zuiden zijn de blokken meer verspreid met een sterke concentratie van woningen rond de kerk.

Door zijn vroegere roeping, hoofdzakelijk landbouw, beantwoordde de vestiging van het dorp aan een overlevingslogica. Het was noodzakelijk te voorkomen dat het leefgebied op de gronden van culturen die essentieel zijn voor het voedsel van de mens en het vee, zou worden uitgebreid.

Tussen de straat en het huis werden twee ruimten aangelegd: het usoir, een ruimte waar vroeger de mest, de landbouwkar en het brandhout werden opgeslagen, en een andere ruimte die het usoir van het huis scheidt, een met stenen geplaveide ruimte die in de zomer als ontmoetingsplaats diende. De huidige bewoners hebben deze ruimte op harmonieuze wijze behouden door de aanplant van heggen die de eigendommen van elkaar scheiden, te vermijden.

Voor sommigen is de usoir een bloementuin geworden en de gele stenen bank de bewaker van de dorpsgezelligheid.

Muren en stenen

De belangrijkste attracties van Torgny zijn de kleur van de steen en de daken met "kanaal"-tegels. De lichtgele kalksteen, halfporeus en korrelig, bestaat uit brokstukken van schelpen, kwartskorrels, alles gecementeerd door calciet.

Het zal veldsteen zijn voor de binnenkant van de muur en de verborgen delen; breuksteen in vierkante blokken met een hamer; gezaagde of gebeeldhouwde steen voor de bovendorpels en rechte benen, voor de mooie gevels.

De helling van het dorp vereiste het massieve gebruik van steen om de terrassen te ondersteunen, de tuinen, de boomgaarden en de begraafplaats te omringen. Deze droge stenen muren leiden u langs charmante steegjes, van gevels naar boerderijgebouwen, van landhuizen naar de "Cour Lassus".

De Lorraine tegel

Wat de kanaaltegel betreft, deze is een overblijfsel uit de Romeinse periode. In het bijzonder voor Torgny, het was meer wijdverspreid in het verleden. Zij worden in palen gelegd op daken met een lichte helling van 35° en worden op hun plaats gehouden door stenen op de randen en de nokken.

De hermitage

In 1636, na een catastrofale pestepidemie, bouwden de dorpelingen een kapel gewijd aan Onze-Lieve-Vrouw van Luxemburg, troosteres van de bedroefden, met de belofte om er elk jaar een processie te houden.

In 1729 werd een kluizenaarswoning aan de kapel toegevoegd. In de 19e eeuw kwamen jonge meisjes die geen man konden vinden en vrouwen die moesten bevallen op bedevaart naar Torgny.

In 1977 wijdde een dominicaner non, zuster Marie-Bernard, zich als kluizenares en wijdde haar leven aan werk en contemplatie zonder zich af te zonderen of kluizenaar te zijn. Zo herontdekte de plaats haar spirituele roeping.

Elk jaar, op de 5e zondag na Pasen, werd in de eeuwenoude kastanjebomen een drukbezochte processie gehouden ter verering van de Maagd.

Voor een rondleiding door het dorp zijn er twee brochures beschikbaar in de SI, waarin de architectuur en de kenmerken van het dorp worden uitgelegd:
- "L'habitat et le village en Lorraine" door Marcel Fourny & " Visitons Torgny" door Bernard Joannes